Op een houtje bijten en er dan ook nog een vuurtje van moeten stoken loesje Artofit


andre van duin ik bijt op een houtje 1974 YouTube

Op een houtje (kunnen) bijtenbetekenis & definitie. Op een houtje (kunnen) bijten. niets te eten hebben, en bij uitbr. niets krijgen (waar men wel iets verwacht had). Deze voor zichzelf sprekende uitdr. is pas in de 20ste eeuw opgetekend, maar misschien dan een variant van het veel oudere op een spijker bijten: „laetende sijn crediteuren door.


Op een houtje bijten.. Karin Michies Flickr

Op een houtje bijten Niets hebben of krijgen. Vermoedelijk bedoeld als: bij gebrek aan iets eetbaars op een houtje gaan (moeten) kluiven. Op een houtje moeten bijten Niets te eten hebben. Zijn houtje bijbrengen Zijn mening ten beste geven, een duit in 't zakje doen. Van het houtje zijn


Op een houtje bijten 2014 La Troupe Theater

Op een houtje (kunnen) bijten. niets te eten hebben, en bij uitbr. niets krijgen (waar men wel iets verwacht had). Deze voor zichzelf sprekende uitdr. is pas in de 20ste eeuw opgetekend, maar misschien dan een variant van het veel oudere op een spijker bijten: „laetende sijn crediteuren door valsche aanwijsingen op eenen spijcker bijten" in.


‘Aan tafel’ op een houtje bijten Open Hof Kerk Aalsmeer

op een houtje bijten. heel arm zijn. een appeltje voor de dorst hebben. geld dat opzij is gelegd voor moeilijke tijden. met huid en haar opeten. helemaal opeten. roet in het eten gooien. de boel bederven. door de zure appel heenbijten. aan een vervelend maar noodzakelijk karwei beginnen.


Boek "Bijten op een houtje" bereikt de Tweede Kamer in Den Haag

Op een houtje bijten. Via een uitzendbureau vond ik snel een baan als interim officemanager voor vier dagen per week. Toen er in de zomer een maand lang geen werk voor me was, klopte ik opnieuw aan bij het UWV. Betalingen liepen vervolgens een aantal keer langs elkaar heen en ik moest tot twee keer toe een maand rondkomen zonder dat het UWV mij.


Beurspromovendi bijten op een houtje Resource online

Op een houtje moeten bijtenbetekenis & definitie. Op een houtje moeten bijten. D.w.z.: niets te eten hebben, armoede lijden. Vgl. Handelsblad 19 Juli 1921 (A) p. 5 k. 1: Hoe denk je dat ik aan mijn boterham kom? Door mijn voet te zetten op den nek van het publiek. Overdonderen moet je ze, en ze gepeperd de waarheid zeggen. Daar betalen ze voor.


Op een houtje bijten en er dan ook nog een vuurtje van moeten stoken loesje Artofit

De kat op het spek binden Knollen voor citroenen verkopen Zo zuur als citroen Droog brood eten óf op een houtje bijten Zo zout heb ik het nog nooit gegeten De druiven zijn zuur… Ik vind het jammer dat er tegenwoordig veel minder spreekwoorden en gezegden worden gebruikt als vroeger. Vaak merk ik dat jongeren ze helemaal niet meer kennen.


Vroege vogels Foto Vogels op een houtje bijten

Kwade honden bijten elkaar niet. Slechte mensen helpen elkaar. Op een houtje bijten. Honger hebben. Je ergens in vastbijten. Ik zal je eens op je tanden laten bijten. Ik zal je geduld laten beoefenen. (meer spreekwoorden met tanden) Door de zure appel (heen) bijten. Het onaangename doen.


Op een houtje bijten... (spreekwoord in beeld) van Fotografie Jeronimo op canvas, behang en meer

Op een houtje bijten "Wat dit onderzoek erg sterk maakt is het gebruik van isotopen", vertelt Van den Hoek Ostende. "Daarmee wordt aangetoond dat het uiteindelijk de veranderingen in omgeving waren die ervoor zorgden dat G. blacki als het ware op een houtje zat te bijten.


In dit restaurant moet je echt op een houtje bijten Omroep Gelderland

Bijten op een houtje De schuldsanering in Nederland tot twee cijfers achter de komma. Bijten op een houtje. Uitgever: Jeppico. Taal: Nederlands. 5,0/5 (3 reviews) Delen. Inkijkexemplaar. Vergelijk met andere artikelen. Nederlands.


Fieggentrio Op een houtje bijten

Op een houtje bijten tot morgenochtend soms?' (A.M. de Jong: Frank van Wezels roemruchte jaren & Notities van een landstormman. 1939) • De crisiscommissie heeft de zaak in onderzoek, maar deze week is het feest, roept hij door de halfopen deur van zijn privékantoor.


Bijten op een houtje 9789082679809 Boeken bol

op een houtje bijten (=honger hebben) 2 dialectgezegden bevatten `op een houtje bijten` dat wordt dreuge eerabbels eet' n (=dat wordt op een houtje bijten) (Westerkwartiers) op zèen kinne kloppen (=op een houtje bijten) Bronnen De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers..


Vroege vogels Foto Vogels Op een houtje bijten

2 spreekwoorden en uitdrukkingen bevatten `houtje` op een houtje bijten (=honger hebben); op eigen houtje doen (=iets zelfstandig (eventueel op eigen initiatief) ondernemen); 7 dialectgezegden bevatten `houtje` dat wordt dreuge eerabbels eet' n (=dat wordt op een houtje bijten) (Westerkwartiers); Het is een sleg houtje wa van legge brek (=Dat ding is niet goed / in orde) (Geldermalsens)


Fieggentrio Op een houtje bijten

op een houtje bijten (=honger hebben) zijn eigen luizen bijten hem (=hij wordt gekweld door zijn eigen kinderen) Eén betekenis bevat ` bijten` haar op de tanden hebben (=van zich af kunnen bijten) Bronnen De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers.


Bondgenoten personeel kan straks op houtje bijten RTV Noord

Antwoorden (2) de bast van de takken van bomen en struiken afknabbelen.letterlijk ,op een houtje bijten. Volgens het Groot Uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale (2006) staat houtje hier oorspronkelijk misschien voor een kerfstok (je) waarop schulden werden bijgehouden. Als je niet kon betalen, werd dat aangegeven door een kerf te maken op een.


Op een houtje moeten bijten de betekenis volgens Nederlandse spreekwoorden

op zèen kinne kloppen (=op een houtje bijten) op zèn sjiek bijten (=op zijn honger blijven zitten) (Sint-Niklaas) Op zijn tong bijten (=Moeite doen om niet te antwoorden) Bronnen De spreekwoorden en gezegden zijn afkomstig van Wikiquote, Wikipedia en onze gebruikers. Nederlandstalige spreekwoorden.